Renteverlaging niet uitgesloten

De ECB heeft afgelopen donderdag besloten om de rentetarieven langer op de huidige zeer lage niveaus te houden.

De centrale bank verwacht de officiële tarieven in elk geval tot het einde van de eerste helft van 2020 onveranderd te laten. Eerder had de ECB nog aangegeven om de rente dit jaar niet te verhogen. In het licht van de teruglopende conjunctuur en de afnemende inflatie komt dit besluit niet als een verrassing. Tijdens de persconferentie maakte president Draghi duidelijk dat er zonodig extra maatregelen worden ingezet. Dat betekent dat een verlaging van het depositotarief en/of een hervatting van de effectenaankopen niet langer uitgesloten zijn.
De centrale bank maakte donderdag zoals verwacht de details van het TLTRO III programma bekend. Het nieuwe programma loopt van september 2019 tot maart 2021 en stelt banken in staat om de leningen die onder vorige programma's werden aangegaan door te rollen. De voorwaarden voor de nieuwe leningen zijn iets aangepast.    
Op de kapitaalmarkten bleven de rentetarieven licht onder druk staan. De Nederlandse tienjaarsrente bereikte afgelopen vrijdag een nieuw historisch dieptepunt van -9 basispunten. Dit was een fractie lager dan het vorige record van -4 basispunten dat op 28 september 2016 werd bereikt. 
   
  
Standen per 10 juni 2019 

3 maanden

 10 jaar *)

Verenigde Staten 2,45 (2,52)2,14 (2,14)
Eurozone
-0,32 (-0,32)0,30 (0,34)
​Duitsland
-0,22 (-0,20)
Frankrijk0,13 (0,21)
Italië2,35 (2,65)
Spanje0,60 (0,71)
​Nederland

​-0,04 (-0,01)


​Eurokoers USD 1,130(1,115)

*) rendementen op staatsleningen, eurozone tienjaars euro swap rate.

Grafiek

Nederland

 

Economisch nieuws

VERENIGDE STATEN

  • inkoopmanagersindex industrie, mei: 52,1 (april: 52,8) 
  • inkoopmanagersindex dienstensector, mei: 56,9 (april: 55,5)
  • industriële orders, april: -0,8%, 1,0% j.o.j. (maart: 1,2% j.o.j.)
  • bouwuitgaven, april: 0,0%, -1,2% j.o.j. (maart: 0,1%, 0,5% j.o.j., herzien van -0,9%, -0,8% j.o.j.)
  • saldo handelsbalans, april: USD -50,8 miljard (maart: USD -51,9 miljard)
  • uitvoer, april: -1,0% j.o.j. (maart: 0,7% j.o.j.)
  • invoer, april: 0,2% j.o.j. (maart: 2,4% j.o.j.)
  • werkgelegenheid(excl. agrarische sector), mei: +75.000, 1,6% j.o.j. (april: +224.000, 1,7% j.o.j., herzien van +263.000, 1,8% j.o.j.)
  • werkloosheid, mei: 3,6% (april: 3,6%)
  • uurlonen, mei: 0,2%, 3,1% j.o.j. (april: 3,2% j.o.j.)

JAPAN

  • bruto binnenlands product, eerste kwartaal: 0,9%, 0,8% j.o.j. (herzien van 0,8%, 0,8% j.o.j.) 
  • inkoopmanagersindex, mei: 50,7 (april: 50,8)

EUROZONE

  • inkoopmanagersindex, mei: 51,8 (herzien van 51,6)
  • detailhandelsomzet(volume), april: -0,4%, 1,5% j.o.j. (maart: 2,0% j.o.j.)
  • werkloosheid, april: 7,6% (maart: 7,7%)
  • bruto binnenlands product, eerste kwartaal: 0,4%, 1,2% j.o.j. (niet herzien)
  • consumentenprijsindex, mei: 0,2%, excl. voedsel en energie 0,0%, 1,2% j.o.j. (april: 1,7% j.o.j.)
  • producentenprijsindex, april: -0,3%, excl. voedsel en energie 0,2%, 2,6% j.o.j. (maart: 2,9% j.o.j.)

DUITSLAND

  • inkoopmanagersindex, mei: 52,6 (herzien van 52,4)
  • industriële orders, april: 0,3%, -5,3% j.o.j. (maart: 0,8%, -5,9% j.o.j.)
  • industriële productie, april: -2,3%, -3,4% j.o.j. (maart: -2,3% j.o.j.)
  • saldo handelsbalans, april: EUR 17,0 miljard (maart: EUR 19,9 miljard)
  • uitvoer, april: -0,5% j.o.j. (maart: 3,1% j.o.j.)
  • invoer, april: 2,1% j.o.j. (maart: 5,6% j.o.j.)
  • werkloosheid, april: 3,2% (maart: 3,2%)

FRANKRIJK

  • inkoopmanagersindex, mei: 51,2 (herzien van 51,3)
  • industriële productie, april: 0,4%, 1,1% j.o.j. (maart: -0,7% j.o.j.)
  • saldo handelsbalans, april: EUR -5,0 miljard (maart: EUR -5,5 miljard)
  • uitvoer, april: 3,7% j.o.j. (maart: 6,3% j.o.j.)
  • invoer, april: 2,6% j.o.j. (maart: 8,8% j.o.j.)
  • werkloosheid, april: 8,7% (maart: 8,7%)

ITALIE

  • werkloosheid, april: 10,2% (maart: 10,2%)

SPANJE

  • industriële productie, april: 1,8%, 1,9% j.o.j. (maart: -3,3% j.o.j.)
  • werkloosheid, april: 13,8% (maart: 14,0%)

NEDERLAND

  • inkoopmanagersindex industrie, mei: 52,2 (april: 52,0) 
  • industriële productie, april: -0,6%, -1,2% j.o.j. (maart: -0,4% j.o.j.)

Agenda

11-06​​Verenigde Statenproducentenprijsindexmei
12-06​Verenigde Staten ​ consumentenprijsindexmei
​Chinaconsumentenprijsindexmei​
13-06​Eurozoneindustriële productieapril​
​Nederlandconsumentenprijsindex​​mei
​14-06​Verenigde Statendetailhandelsomzet​mei

industriële productiemei​
consumentenvertrouwen(UvM)juni
​Nederlanddetailhandelsomzet​april
​handelsbalansapril​
              
  

*) herziening

Verwachtingen

De groei van de wereldeconomie loopt in de komende jaren naar verwachting wat terug. De Chinese economie groeit in beide jaren met ca. 6%. In 2018 nam het Chinese bbp nog met 6,6% toe. In de Verenigde Staten groeit de economie dit jaar met 2,5%, iets minder dan in 2018. In 2020 loopt de groei verder terug naar ca. 1,0%. De conjuncturele teruggang hangt vooral samen met de binnenlandse vraag. Het positieve effect van de belastingverlaging op de binnenlandse vraag neemt af. De banengroei vlakt af, mede door een lagere investeringsgroei. De inflatie blijft dit jaar gelijk op 2,0%. In 2020 loopt de geldontwaarding wat op naar 2,2%.  

De economische groei in de eurozone vlakt de komende jaren af.  In 2019 wordt een groei van bedrijvigheid van 1,1% voorzien tegen 1,8% in 2018. In 2020 wordt een economische groei van eveneens 1,1% voorzien. De afname van de groei is vooral het gevolg van een minder gunstige ontwikkeling van de buitenlandse vraag. De consumptiegroei neemt slechts licht af. De lonen stijgen, maar de banengroei neemt af. De inflatie daalt van 1,7% dit jaar naar 1,5% in 2019. In 2020 gaan we uit van een geldontwaarding van 1,7%. De groei van de Nederlandse economie loopt terug van 2,7% in 2018 naar 1,8% in 2019 en 1,6% in 2020. De inflatie loopt onder invloed van indirecte belastingverhogingen (BTW, energiebelasting) op van 1,6% naar 2,5% in 2019. In 2020 komt de inflatie naar verwachting uit op 1,8 %.

Economische groei 2017 2018 2019 ​2020
Verenigde Staten 2,22,92,51,0
China6,86,66,0​6,0
Japan1,90,81,0​0,5

Eurozone

2,4

1,8

1,1

1,1

Duitsland2,21,40,81,2
Frankrijk2,21,61,2​1,3
Italië1,60,80,20,6
Spanje3,02,62,3​1,9
Nederland 2,92,71,8​1,6
           
Inflatie *) 2017 2018 2019 ​2020
Verenigde Staten 1,72,02,0​2,2
China1,62,02,0​2,0
Japan0,51,01,11,5
Eurozone1,51,71,51,7
Duitsland1,71,91,81,8
Frankrijk1,22,11,52,0
Italië1,31,21,01,0
Spanje2,01,81,81,7
Nederland 1,31,62,51,8

*) o.b.v. de consumptiedeflator(Verenigde Staten), de consumptieprijsindex(China en Japan) resp. de geharmoniseerde consumentenprijsindex(eurozone en eurolanden).

Rentevisie

Het monetaire beleid van de ECB blijft zeer ruim. De officiële tarieven blijven naar verwachting onveranderd in de komende 12 maanden. De lange rentetarieven lopen een fractie op en blijven daardoor op een zeer laag niveau.

ActueelOver een jaar
forward rate

prognose
BNG Bank

3 maanden interbancair

-0,32

-0,40

-0,30

Staat 10 jaar-0,04 0,050,30

  
Yieldcurve


      

Economisch beeld

Om de week bieden wij u een actueel beeld van de ontwikkelingen op de financiële markten, de economische groei, inflatie, werkloosheid en rente in de voornaamste landen en regio’s.

Economisch Beeld

Economisch Beeld verscheen van 2003 tot en met 2023

BNG Bank maakt gebruik van cookies voor analyse en het goed functioneren van de website. Klik op accepteren om te sluiten. Lees de privacyverklaring en de cookieverklaring voor meer informatie.

BNG Bank gebruikt cookies voor analyse en voor het goed functioneren van de website. Ook kunnen er cookies van derde partijen worden geplaatst. Hiervoor hebben wij uw toestemming nodig.